vrijdag, september 22, 2006

Een goed en zoet jaar
Het nieuwe jaar hangt in de lucht: de granaatappels hangen vol en rood met hun kroontjes naar beneden aan de struiken, het meisje achter de kassa wenst me "Shana Tova" (een goed jaar) en aan de overkant van de straat oefent iemand op zijn shofar (ramshoorn). Het is duidelijk: Rosh Hashana, het Joodse Nieuwjaar, staat op het punt te beginnen.
Hier in Jeruzalem beleef ik de feestdagen veel sterker dan thuis en ben ik mij veel bewuster van de Joodse kalender. Er is ook geen ontsnappen aan: op de Yeshiva beginnen we elke dag om 7.30 uur met het ochtendgebed en vanaf het begin van de maand Ellul blazen we aan het einde van de dienst de shofar, vlak voordat we psalm 27 zeggen, de psalm voor deze maand. De shofar die met zijn snerpende geluid oproept tot teshuvah, inkeer. Diezelfde shofar zal klinken als de Mashiach komt, bij het aanbreken van de Messiaanse tijd. Het was ook niet voor niets dat de opperrabbijn van het Israelische leger na de verovering van de Kotel (de Klaagmuur) in 1967 op de shofar blies om de victorie in te luiden.
Maar Rosh Hashana is niet alleen een feestelijk nieuwjaar, het is ook het begin van een periode van 10 dagen van inkeer die opbouwen naar Jom Kippur. Rosh Hashana is de dag dat God ons beoordeelt en op Jom Kippur wordt ons lot bezegeld: worden we voor het komende jaar ingeschreven in het boek van het leven of in het boek van de dood? Het beeld van God als Koning (haMelech haKadosh) overheerst deze dagen in de liturgie. Ik heb moeite met deze metafoor, maar ik snap waarom de rabbijnen hem hebben ontwikkeld. Het is goed om dingen in tijd te markeren en grenzen te stellen. We hebben vaak een stok achter de deur nodig om tot verandering te komen.
Je kunt 3 vormen van teshuvah onderscheiden:
- be'n adam v'atsmo (tussen de mens en zichzelf); voor mij is dit de basis van al je handelen, als je niet trouw en oprecht bent aan jezelf, dan kloppen de andere niveaus ook niet;
- be'n adam v'chavero (tussen mensen onderling);
- be'n adam v'makom (tussen mens en God).
(Tussen twee haakjes: van het woord 'Makom' betekent letterlijk 'plaats' betekent, maar is ook een van de vele namen voor God. Hiervan is het Jiddische woord Mokum afgeleid: de naam die synoniem is voor Amsterdam).
Voordat Rosh Hashana begint zul in het reine moeten zijn met jezelf en met je medemens. Je moet je excusus aan bieden aan mensen die je het afgelopen jaar gekwetst hebt of niet juist behandeld hebt. Pas dan kun je met een zuiver hart/geweten voor de Eeuwige staan.
De relatie met de Eeuwige wordt vaak aangegeven als een vertikale, in tegenstelling tot de andere twee die als horizontaal worden gezien. Het sluit aan bij het beeld van de koning met het boek die van bovenaf ons handelen beoordeeld. Maar voor mij is dat te beperkend. Ik ervaar de Eeuwige in alles om mij heen en ben mij zeer bewust dat woorden tekort schieten om een adequate beschrijving te geven. We hebben een beperkt beeld van de werkelijkheid en kunnen alleen een aspect aangeven, nooit het geheel.
Aan de andere kant hebben we woorden en beelden nodig en werd ik afgelopen week bij het zeggen van de selichot, weer geraakt door de vertrouwde woorden en melodien die tijdens de Hoge Feestdagen blijven terugkomen, zoals het 'Avinu Malkenu' en het 'Adonai Adonai El Rachum (...)'. Taal en rituelen zijn onze middelen om ons leven en ons wereldbeeld te scheppen en te beschrijven.
Ik verheug me op de appeltjes met honing, de gasten aan onze geimproviseerde tafel (gemaakt van een oude keukendeur rustend op een paar oude nachtkastjes) en de ronde challes. Vanuit Jeruzalem wens ik iedereen Shana Tova uMetuka, een Goed en Zoet Jaar!

dinsdag, september 12, 2006

"Heeft God dan een fout gemaakt?"
Lesbische en homoseksuele gelovigen komen bijeen in Jeruzalem

Onderstaand artikel schreef ik begin augustus na een multi-religieuze bijeenkomst in Jeruzalem in het kader van World Pride 2006. Tot nog toe is het niet gepubliceerd, vandaar dat ik het maar op mijn eigen weblog zet.

Onder het motto 'Reclaiming our faith and our heritage' kwamen op 9 augustus in Jeruzalem meer dan honderd homoseksuele en lesbische gelovigen van verschillende religieuze achtergronden bijeen. De multi-religieuze conferentie was georganiseerd in het kader van World Pride, de vierjaarlijkse internationale homobijeenkomst die dit jaar in Jeruzalem plaatsvond. De samenkomst van joden, christenen en moslims in deze stad, zo beladen en zo belangrijk voor de drie monotheistische godsdiensten, onder de omstandigheden van het voortgaande geweld in het noorden gaf de conferentie een extra lading waarvan alle deelnemers zich terdege bewust waren.
Het eerste dat opvalt zijn de vele bontgekleurde keppels. Op zichzelf geen ongewoon beeld in Jeruzalem, maar wel als ze gedragen worden door vrouwen. Maar er zijn ook vrouwen met witte boorden, een bisschop met paarse blouse en rasta-krullen, kettingen met Davids-sterren en kruizen, Afro-Americans, een enkele moslim en homomannen die niet zouden misstaan in het Amsterdamse nachtleven. De vele sprekers, waaronder rabbijnen, bisschoppen, priesters en dominees, benadrukken het recht op pluralisme en diversiteit, dat niemand 'De waarheid' in pacht heeft en verzetten zich tegen religieus fundamentalisme. Het cynische is dat juist de komst van World Pride naar Jeruzalem reden was voor het orthodoxe establishment, joods, christelijk en moslim, de groeperingen die gewoonlijk niet met elkaar praten, samen te komen en zich unaniem uit te spreken tegen deze bijeenkomst. Er werd gewaarschuwd voor geweld en zelfs bloedvergieten als de bijeenkomst zou doorgaan.
Maar juist nu, temidden van de oorlog en de retoriek van de haat, is deze conferentie een oase van verdraagzaamheid. Het is een verademing zoveel geestelijk leiders bij elkaar te zien die bereid zijn naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. Deze conferentie dient als hoopvol model voor interreligieuze dialoog. Helaas leidde de oorlog ook tot vele afzeggingen, waaronder die van een homoseksuele imam uit Zuid-Afrika.
Woorden van de Talmoed en de Koran worden aangehaald, woorden die aangeven dat er in de verschillende tradities wel degelijk ruimte is voor discussie en andere opvattingen. Of zoals Irshad Manji, de lesbische moslima uit Canada en schrijfster van het boek 'The trouble with Islam today', het verwoordt: "Als in de Koran staat dat God maakt wie Hij wil en Hij maakt mij lesbisch, heeft Hij dan een fout gemaakt?" Voor haar was het feit dat ze moslim en lesbisch was nooit een probleem tot anderen haar erop wezen dat dat niet kon samengaan. "Mij wordt verweten dat ik selectief ben ik in de keuze van de teksten, maar hoe weten mijn opponenten zo zeker dat zij gelijk hebben in hun interpretatie van teksten die niet eenduidig zijn? Het is een voorrecht te leven in een open samenleving waar discussie en debat mogelijk zijn."
Keer op keer benadrukken de sprekers dat iedereen geschapen is naar het beeld van God en dat zij hun religieuze gevoelens op hun eigen manier willen beleven en vorm geven. Dit betekent soms aanpassing van de liturgische teksten. "Wij willen op onze manier onze relatie met God uitdrukken," zegt rabbijn Ayelet Cohen van Beth Simchat Torah in New York, de grootste synagoge voor de lesbische, homo, biseksuele en transseksuele gemeenschap, "en als wij ons niet herkennen in een beeld van God als de dominante man en het volk Israel als zijn ondergeschikte echtgenote, dan moeten we zo'n tekst herschrijven. Maar dat geldt ook voor een huwelijksceremonie waarin de teksten gericht zijn op voortplanting. Zo'n tekst is ook pijnlijk voor hetero-stellen die geen kinderen kunnen krijgen."
Een andere manier om te zorgen dat homoseksuelen niet buitengesloten worden in een kerkelijke gemeenschap is de transformatie van de rituelen. Pastoor Joseph Tolton van een Pinkstergemeente in Harlem, New York, geeft daarvan een voorbeeld: "In de traditionele Pinksterkerken drinkt men het bloed van Jesus om homoseksualiteit te voorkomen en te genezen, maar wij gebruiken dit ritueel om iemand welkom te heten en te laten delen in de liefde van Jesus." Of pastoor Pat Bumgardner van de Metropolitan Community Church in New York: "Wij gebruiken de doop als ritueel om iemand zijn of haar eigen identiteit te geven, zijn eigen naam te geven. Het is een manier om volledig in de aanwezigheid van God te gaan staan."
Behalve aanpassingen in liturgie en rituelen, is het soms verhelderend de Bijbelse teksten in hun contekst te plaatsen waardoor de boodschap een andere betekenis krijgt. De Amerikaanse pastoor Sandra Turnbull, die 20 jaar geleden in Amsterdam verliefd werd op haar levenspartner Janet, vertelt over de omstandigheden waarin Paulus vanuit Korinthie zijn brief aan de Romeinen schreef. "De tekst wordt vaak aangehaald om homoseksualiteit te veroordelen, maar gaat over situaties waarin mensen betrokken zijn bij afgoderij en cultische aanbidding. Wat Paulus duidelijk wil maken is: wie kies jij te aanbidden? Prijs je alleen andere mensen of erken je God als jouw Schepper?"
Niet alle deelnemers zijn zelf homo of lesbisch, maar iedereen is op zijn of haar manier betrokken bij het onderwerp. Zoals Conservative rabbijn Lazar, die enkele tientallen 'same-sex' stellen trouwde in Israel, huwelijken die door de staat niet erkend worden (het monopolie op huwelijksvoltrekkingen ligt bij het orthodoxe rabbinaat), maar voor de betrokkenen zeer betekenisvol zijn. Rabbijn Lazar: "Het is voor mij als hetero rabbijn een uitdaging een gemeenschap te creeren waar iedereen zich thuis voelt. Voor mij is tolerantie en pluralisme niet genoeg. In navolging van het onderscheid dat de filosoof Avi Ravitzky maakt, gaat het mij om 'openheid': ik probeer na te gaan wat voor de ander belangrijk is, ik wil leren vanuit het homo-gezichtspunt om zelf een beter mens te worden."
Naast de aanwezigen uit Israel, komen de meeste deelnemers uit de Verenigde Staten en Canada, waar verschillende minderheidsgroeperingen een lange traditie hebben in het opeisen van hun rechten en het is interessant hun ervaringen te horen. Maar bijvoorbeeld de aanwezigheid van een Duitse legerpredikant die probeert in het Duitse leger meer openheid te creeren voor homoseksuelen, geeft de conferentie extra betekenis. De bedoeling is over vier jaar, tijdens de volgende World Pride, weer samen te komen en de huidige contacten uit te breiden.
De afsluitende bijeenkomst vindt plaats in een tuin met uitzicht op de oude stad van Jeruzalem. Psalm 122 wordt gezongen, de tekst waarmee de conferentie ook werd geopend: "(...) Bid voor de vrede van Jeroesjalajim; moge het hen die u liefhebben goed gaan. Laat er vrede zijn binnen uw muren, harmonie in uw paleizen." De verschillende geestelijk leiders dragen teksten voor uit Tora, Bijbel en Koran en de stemmen vermengen zich met de geluiden op de achtergrond: de kerkklokken uit de oude stad, de muezzins die oproepen tot gebed en de jazz-muziek uit een cafeetje verderop. En zoals de Tora 70 gezichten heeft, zo voegt ook deze conferentie - voor wie het wil zien - een gezicht toe aan de vele gezichten van Jeruzalem.

maandag, september 04, 2006

Bespiegelingen bij hebben en zijn
Ik vraag me al lange tijd af wat het voor een volk betekent om er niet 'te zijn'. Ik bedoel: het Hebreeuws kent geen tegenwoordige tijd van het werkwoord 'zijn'. Als ik wil zeggen dat ik student ben, zeg ik: "ik student". Maar wat betekent het psychologisch als je niet kunt zijn in het hier en nu, als je er alleen in de toekomst of in het verleden bent? Is dat waarom er hier zo'n enorme drang tot bewijzen is, de drang om jezelf zichtbaar en hoorbaar te maken? Ondanks de diepe binding die ik met dit land heb en de grote bewondering die ik er voor voel, zijn er aspekten waarmee ik moeite heb en een daarvan is de onverdraagzaamheid, het gebrek aan bereidheid een ander ruimte te geven. In plaats van hard te toeteren kun je ook even stoppen en een ander voor laten gaan. Aan de andere kant besef ik ook heel goed met wat voor spanning mensen hier leven. Iedereen is op de een of andere manier beschadigd, is het niet vanwege de Shoah, dan is het wel vanwege een van de andere oorlogen of de vele aanslagen. Ik voelde het heel sterk tijdens deze laatste oorlog. Hoewel het rustig was in Jeruzalem en het gewone leven doorging, was iedereen op de ene of andere manier betrokken: ze hadden familie-leden uit het noorden te logeren, hun zoon/vriend/man was opgeroepen voor het leger, familie zat in schuilkelders etc. Dit brengt zo'n enorme spanning, angst en onzekerheid met zich mee. Dagenlang geen contact kunnen krijgen met degene die je dierbaar is, niet weten hoe het met iemand is, of iemand nog leeft. Na deze weken van angst en onzekerheid moet die spanning zich ontladen. En tegelijkertijd is hier zo'n drang door te gaan met het leven. Ik herinner me een aanslag van een paar jaar geleden in cafe Hillel in Emek Refaim. Na een maand was het cafe weer geopend en zat iedereen er koffie te drinken alsof er niets gebeurd was. Dat is de kracht en tegelijkertijd de zwakte van dit land, want op psychologisch vlak zul je iets moeten met deze angst en kun je niet doen of er niets aan de hand is. Het doet me vaak pijn als ik mensen op straat zie lopen, zo verkrampt, alle spanning in hun lijven vastgezet, en tegelijkertijd voel ik zo'n trots voor dit land, voor de mensen die het hebben opgebouwd.
Het verbaasd me soms waar ik al schrijvend op uitkom. Ik had alleen iets willen zeggen over de werkwoorden 'hebben' en 'zijn' maar mijn verhaal krijgt opeens een heel andere wending.
Toch nog even over het werkwoord 'hebben' dat helemaal ontbreekt in het Hebreeuws. In plaats van dat je iets hebt, zeg je: "Er is aan mij ..." Ik vind dit een prachtige formulering die een bepaalde nederigheid uitdrukt, een besef dat veel dingen uiteindelijk niet aan ons zijn, maar dat er aan andere bron is die ons voorziet. Dit wordt ook heel mooi uitgedrukt in een van onze ochtendgebeden: "Mijn God, de ziel die U mij hebt gegeven is zuiver. U hebt haar geschapen, U hebt haar vorm gegeven, U hebt haar mij ingeblazen en U beschermt haar in mijn lichaam. Eens zult U haar van mij wegnemen en haar eeuwig leven geven. Maar zo lang als mijn ziel in mijn lichaam zal zijn, dank ik U, Eeuwige mijn God en God van mijn voorouders (...)." En ik ben altijd weer verbaasd over het woordje "mijn" van mijn ziel. Hoe verhoudt mijn ziel zich tot God, de maker en beschermer van deze ziel? Is mijn ziel de kern van mij, is het mijn 'makor' (oorsprong)? Maar wat als God mijn ziel wegneemt, ben ik dan nog steeds ik en is het nog steeds mijn ziel? Ik heb deze vragen eerder gesteld, vele jaren geleden, maar ben nog steeds niet achter het antwoord. Het leven blijft een interessante zoektocht waarbij sommige vragen niet beantwoord hoeven worden. De verwondering houdt mij gaande.
Morgen begint mijn studie op de Yeshiva. Dat betekent 's ochtends om 7 uur op de fiets en 's avonds tegen 7-en weer thuis, dus waarschijnlijk zal ik wat minder frequent schrijven, maar ik probeer toch elke week iets op deze weblog te zetten.

zondag, september 03, 2006

Over mannen in jurken en Noach in een brievenbus
In parasja Ki Tetse die afgelopen sjabbat werd gelezen staat het verbod voor een vrouw om mannenkleren te dragen en voor een man om vrouwenkleren te dragen (Dewariem 22: 5). Terwijl ik dat las moest ik terugdenken aan een college van afgelopen jaar over het verhaal van Josef en zijn broers waarin de Hebreeuwse tekst aanleiding was tot grote hilariteit. In Beresjiet 45: 22 staat namelijk dat Josef aan ieder van zijn broers "smalot" (mv. van simla) gaf. Nu is een "simla" in modern Hebreeuws een jurk. Mijn woordenboek verduidelijkt het zelfs explicitet: een kledingstuk voor vrouwen. Nu droegen mannen in die tijd waarschijnlijk een soort jurk-achtig gewaad; ik stel me altijd een soort djellaba voor, hoewel je op oude schilderijen ook vaak een op Romeinse wijze gedrapeerde lap ziet. En, als ik denk aan alle afbeeldingen van Jezus, hadden mannen waarschijnlijk ook lang haar, iets dat nu in de orthodoxe wereld wordt verafschuwd. De docent die dit college gaf heeft zelf lang haar in een paardenstaart met daarboven een grote, gekleurde kippa en hij vertelde dat hij in Mea Sheariem vaak wordt uitgescholden of vervloekingen naar zijn hoofd krijgt van mannen die dan deze passage uit Ki Tetse aanhalen.
Het lezen van je Bijbels Hebreeuws vanuit kennis van modern Ivriet zorgt vaker voor grappige verwarring. In hetzelfde verhaal van Josef en zijn broers staat in een eerdere passage dat de Egyptenaren niet samen met de Hebreeers wilden eten (Beresjiet 43: 32). In het Hebreeuws staat er dat de Egyptenaren niet wilden eten "et-haivriem". In modern Hebreeuws geeft het woordje "et" het lijdend voorwerp aan, dus ben je geneigd te lezen dat de Egyptenaren de Hebreeers niet wilden eten, maar in Bijbels Hebreeuws betekent "et" ook "met", waardoor de tekst een iets realistischer betekenis krijgt.
En zo zijn er meer voorbeelden: het woord "korban" bijvoorbeeld is in de Tora een offer/offering die de Kohaniem in de Tempel aan God brachten. Hetzelfde woord hoor je nu in het nieuws, maar dan is het een slachtoffer van bijvoorbeeld een misdrijf of een verkeersongeluk.
En een ander mooi voorbeeld is een "teva". Een "tevat doar" is in Ivriet een brievenbus , maar in de Bijbel wordt hetzelfde woord "teva" gebruikt voor de Ark van Noach (tevat Noach).
Met deze verwarrende voorbeelden in mijn hoofd snap ik heel goed dat ultra-orthodoxen de voorkeur geven aan het Jiddisch als omgangstaal en het Hebreeuws alleen gebruiken als de heilige taal voor studie en gebed, want voor je het weet pleit je ervoor dat alle mannen jurken moeten dragen en denk je dat Noach in een rode brievenbus ronddobbert.