zondag, september 03, 2006

Over mannen in jurken en Noach in een brievenbus
In parasja Ki Tetse die afgelopen sjabbat werd gelezen staat het verbod voor een vrouw om mannenkleren te dragen en voor een man om vrouwenkleren te dragen (Dewariem 22: 5). Terwijl ik dat las moest ik terugdenken aan een college van afgelopen jaar over het verhaal van Josef en zijn broers waarin de Hebreeuwse tekst aanleiding was tot grote hilariteit. In Beresjiet 45: 22 staat namelijk dat Josef aan ieder van zijn broers "smalot" (mv. van simla) gaf. Nu is een "simla" in modern Hebreeuws een jurk. Mijn woordenboek verduidelijkt het zelfs explicitet: een kledingstuk voor vrouwen. Nu droegen mannen in die tijd waarschijnlijk een soort jurk-achtig gewaad; ik stel me altijd een soort djellaba voor, hoewel je op oude schilderijen ook vaak een op Romeinse wijze gedrapeerde lap ziet. En, als ik denk aan alle afbeeldingen van Jezus, hadden mannen waarschijnlijk ook lang haar, iets dat nu in de orthodoxe wereld wordt verafschuwd. De docent die dit college gaf heeft zelf lang haar in een paardenstaart met daarboven een grote, gekleurde kippa en hij vertelde dat hij in Mea Sheariem vaak wordt uitgescholden of vervloekingen naar zijn hoofd krijgt van mannen die dan deze passage uit Ki Tetse aanhalen.
Het lezen van je Bijbels Hebreeuws vanuit kennis van modern Ivriet zorgt vaker voor grappige verwarring. In hetzelfde verhaal van Josef en zijn broers staat in een eerdere passage dat de Egyptenaren niet samen met de Hebreeers wilden eten (Beresjiet 43: 32). In het Hebreeuws staat er dat de Egyptenaren niet wilden eten "et-haivriem". In modern Hebreeuws geeft het woordje "et" het lijdend voorwerp aan, dus ben je geneigd te lezen dat de Egyptenaren de Hebreeers niet wilden eten, maar in Bijbels Hebreeuws betekent "et" ook "met", waardoor de tekst een iets realistischer betekenis krijgt.
En zo zijn er meer voorbeelden: het woord "korban" bijvoorbeeld is in de Tora een offer/offering die de Kohaniem in de Tempel aan God brachten. Hetzelfde woord hoor je nu in het nieuws, maar dan is het een slachtoffer van bijvoorbeeld een misdrijf of een verkeersongeluk.
En een ander mooi voorbeeld is een "teva". Een "tevat doar" is in Ivriet een brievenbus , maar in de Bijbel wordt hetzelfde woord "teva" gebruikt voor de Ark van Noach (tevat Noach).
Met deze verwarrende voorbeelden in mijn hoofd snap ik heel goed dat ultra-orthodoxen de voorkeur geven aan het Jiddisch als omgangstaal en het Hebreeuws alleen gebruiken als de heilige taal voor studie en gebed, want voor je het weet pleit je ervoor dat alle mannen jurken moeten dragen en denk je dat Noach in een rode brievenbus ronddobbert.