donderdag, augustus 24, 2006

Ontmoeting met de tuinman
Afgelopen week had ik in de botanische tuin van Jeruzalem een interessante ontmoeting met Salman de tuinman. Ik heb een jaarkaart voor de tuin en loop er geregeld binnen op sjabbat als ik even alleen wil zijn met mijzelf of met een goed boek. Het is een oase van rust en groen met veel vogels, waaronder bonte specht, ijsvogel en 'sunbird' (een prachtig, glimmend blauw vogeltje dat zijn Latijnse naam 'nectarinia osea' eer aan doet door met zijn lange, gebogen snavel de nectar uit bloemen te zuigen), egels en hagedissen.
Ik zat met mijn lunch en boek aan een van de pick-nick tafels die hoog boven de tuin liggen en Salman kwam langs voor een praatje. We praatten, in het Hebreeuws, over de prachtige plek en de mooie planten. Hij vroeg of ik al in de tropische kas was geweest, want hij stond op het punt die dicht te doen. Zijn opmerking dat in deze tuin van het ene naar het andere land kunt gaan (in de tuin staan planten uit de hele wereld, gegroepeerd naar continent) zonder paspoort en zonder grenzen raakte mij, want als Palestijnse moslim is het leven hard voor hem en is hij niet vrij te reizen. Maar ondanks alle ellende, was hij zo prettig en optimistisch en bleef hij strooien met mooie beelden. Zo gaf hij het beeld van het leven als een huis: aan de ene kant kijk je uit op een mooie tuin, aan een andere kant op vervelende buren. Nou zei hij, dan doe je dat raam toch gewoon dicht; ik heb geen zin daar naar te kijken. Zo simpel, maar zo oprecht. En haat, ging hij verder, is als een computervirus, dat moet je eruit filteren en deleten. En hij vertelde vol trots en liefde over zijn vrouw en 3 kinderen. Ik wou dat er in deze regio meer mensen woonden als Salman. Dit zijn de ontmoetingen die mij hoop geven en sterken in mijn optimistische natuur dat wij elkaar toch vooral als mensen blijven zien, zonder vooroordelen en zonder haat.